Grand Hotel

(fragment)

‘Het is net als met die barkruk,’ antwoordde Otternschlag; hij leunde met zijn ellebogen op zijn knieën en zijn in de lucht hangende handen trilden lichtjes. 

‘Welke barkruk?’ vroeg Kringelein.

‘Die barkruk waar u het over had. U zei daarstraks dat barkrukken helemaal niet zo hoog zijn. Die had u zich hoger voorgesteld, dat zei u toch? Nou dan. Je stelt je alles hoger voor, tot je het gezien hebt. U komt uit uw uithoek in de provincie hiernaartoe met verwrongen ideeën over het leven. Een Grand Hotel, denkt u. Het duurste hotel, denkt u. God weet wat voor wonderen u van zo’n hotel verwacht. U zult het vlug genoeg merken. Dit hele hotel is een zootje. En zo is het ook met het leven. Het hele leven is een zootje, meneer Kringelein. Je komt, je blijft een poosje, je vertrekt. We zijn maar passanten, snapt u? Voor een kort verblijf. Wat doet u in zo’n groot hotel? Eten, slapen, rondhangen, wat zaken afhandelen, een beetje flirten, een beetje dansen, dat is het wel. Goed, en wat doet u in het leven? Honderd deuren op een gang en niemand weet iets van de persoon die naast hem woont. Wanneer u vertrekt, komt er iemand anders die in uw bed gaat liggen. Opgestaan, plaats vergaan. Ga maar eens een paar uur in de lobby zitten en let goed op: al die mensen hebben geen gezicht! Het zijn allemaal marionetten. Ze zijn allemaal dood en weten het niet eens. Een fraaie bedoening, zo’n groot hotel. Grand Hotel Bella Vita, hè? Nou, het belangrijkste is dat je je koffer klaar hebt staan.’

[fragment uit Vicki Baum, Grand Hotel (Menschen im Hotel, 1929), vert. Josephine Rijnaarts. Querido, 2018]

Waardering
  • Grand Hotel van Vicki Baum is pessimistisch en vermakelijk, ongemeen vaardig geschreven en spannend, en staat na negentig jaar nog steeds als een huis. Christophe Vekeman. De Morgen. 
  • Met schwung en aangename ironie voert Baum haar personages ten tonele. Grand Hotel geeft een schitterend tijdsbeeld. Emilia Menkveld. De Volkskrant
  • Zoals sommige schrijvers je met een paar zinnen midden in een landschap plaatsen (…) zo leidt Vicki Baum je zelfverzekerd naar een compleet andere omgeving: die van een Berlijns grand hôtel in de jaren twintig. Je hoort de champagne bruisen en voelt het fambozenrode tapijt onder je voeten, zo levendig wordt de blinkende wereld achter de draaideur neergezet. (…) Ze laat haar decor glanzen, toont de elegante, weelderige oppervlakte en de morsigheid daarachter, maar verliest nooit haar scherpe, vrolijke blik op het belangrijkste: de overwegend spartelende, af en toe triomferende mensen op de achtergrond. Dries Muus. Het Parool.
  • Het statige decor vol overbodige zuilen, indrukwekkende lopers, marmer tot tegen het plafond, er is geen betere geleider dan de eerbiedwaardige maar holle luxe om de wervelwind van verhalen met elkaar te verbinden, de kleine en grote mensen die met empathie en merkbaar vertelplezier geschetst worden. De typiste of de graaf, de fabrieksdirecteur en de terminale boekhouder – geen van hen lijkt een dag verouderd. Wie dit boek leest, maakt de kleine magie mee van grootse literatuur. Max Temmerman. De Standaard.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven