Als kind van circusartiesten had de Roemeense Aglaja Veteranyi (1962-2002) zacht gezegd geen gelukkige jeugd. Ze was pas vier toen haar familie vluchtte voor het regime van Ceauşescu en begon aan een rondreizend bestaan met optredens door heel Europa. Haar moeder had een nummer waarbij ze elke avond aan haar haren in de nok van het circus hing en elke avond weer was haar dochtertje bang dat ze zou vallen. De vader dronk, had losse handen en misbruikte haar oudere zus en haar seksueel. Aglaja ging nooit naar school en was tot haar zeventiende analfabeet. Nadat haar ouders waren gescheiden en haar moeder ook echt een ongeluk kreeg, vestigde die moeder zich in 1977 met haar kinderen definitief in Zwitserland. Aglaja maakte zich de Duitse taal eigen en leerde die ook schrijven. Ze volgde een opleiding tot actrice, gaf daarna zelf acteerles, publiceerde talrijke teksten in tijdschriften en bloemlezingen en woonde vanaf 1982 als freelance schrijfster en actrice in Zürich, waar ze samen met anderen verschillende theatergezelschappen oprichtte. In 1999 verscheen haar autobiografische roman Warum das Kind in der Polenta kocht, die uiterst lovende recensies kreeg, goed werd verkocht, met prijzen werd bekroond en haar op slag beroemd maakte. Eind goed al goed? Het lelijke eendje werd een zwaan? Was het maar zo gemakkelijk. Wat je in je jeugd meemaakt vormt je, misvormt je, bepaalt voor een deel je karakter en in elk geval je gevoel van eigenwaarde. De uitbuiting en vernedering die je als kind ondergaat zitten in je, hoe goed je het later in het leven ook doet, en kunnen je ook na jaren nog fataal worden. In 2002, een paar maanden voor haar veertigste verjaardag verdronk Veteranyi zich in het meer van Zürich. Die wetenschap maakt het lezen van haar werk nog pijnlijker, nog schrijnender. Zoveel ellende, denk je dan, dat moest wel fout aflopen. Maar je kunt er ook op een andere manier naar kijken en zeggen: dat verwaarloosde, mishandelde kind heeft zich opgewerkt tot een gevierd schrijfster die een klein maar uniek literair oeuvre heeft nagelaten. Een van de mensen die voor deze visie pleitte was de criticus Werner Morlang, die met haar bevriend was. In zijn op internet te vinden Rede für Aglaja, gehouden op een herdenkingsbijeenkomst op 16 februari 2016, zei hij, na te zijn ingegaan op de tekenen die erop wezen dat het niet goed met haar ging: ‘Toch weiger ik Aglaja’s teksten te doorzoeken op pathologische verschijnselen en haar leven te beschouwen als een verhaal vol rampspoed, gedoemd om te mislukken. Haar droevige einde moet niet worden gezien als logische afsluiting van een leven dat als zodanig ongelukkig was; ik ben soms zelfs geneigd om Aglaja’s geschiedenis een enorm succesverhaal te noemen. De jonge Aglaja vatte het plan op om van dat analfabetische meisje een schrijfster te maken, ging energiek aan het werk, bouwde een literaire carrière op en schreef de weergaloze roman Waarom het kind in de polenta kookt.’ Die roman is dit jaar in het Nederlands verschenen en ik ben er trots op dat ik hem voor uitgeverij Oevers mocht vertalen. Het boek kreeg mooie, zelfs geestdriftige, vaak ook ontroerde recensies. De vertaling van haar tweede en laatste roman: Het schap met de laatste ademhalingen, verschijnt in 2025.